Op 20 mei 2020 maakte minister Ollogren in een brief aan de Tweede Kamer bekend dat de Omgevingswet voor een 3e keer wordt uitgesteld. Zij gaf hierin aan dat de ingangsdatum met een jaar wordt uitgesteld naar 1 januari 2022. Hoewel vertraging in de oplevering van het Digitaal Stelsel Omgevingswet een belangrijke oorzaak was, bleek ook hier de coronacrisis de druppel.
Het is de bedoeling om met de Omgevingswet een goede balans te vinden tussen het benutten en het beschermen van de fysieke leefomgeving. Dit door minder en overzichtelijkere regels te formuleren. Ook een samenhangende benadering van de leefomgeving moet hier aan bijdragen. De wet geeft bovendien veel ruimte voor lokaal maatwerk en noemt participatie als kernbegrip. Dit alles tezamen moet bijdragen aan betere en snellere besluitvorming. Nu nog hopen dat de inwerkingtreding van de wet niet nogmaals op zich laat wachten.
Van Omgevingswet naar Omgevingsvisies
Binnen de Omgevingswet stellen het Rijk, provincies en gemeenten een strategische en langetermijnvisie voor de fysieke leefomgeving vast. Het gaat bij de fysieke leefomgeving om wat je ziet, voelt en ruikt. Denk hierbij in ieder geval aan infrastructuur, watersystemen, water, bodem, lucht, landschappen, natuur, cultureel erfgoed en werelderfgoed (bron: Omgevingswet). De opgaven waar we het dan over hebben houden geen rekening met bestuurlijke grenzen. De Nationale Omgevingsvisie (NOVI), de Provinciale Omgevingsvisie (POVI) en de Gemeentelijke Omgevingsvisie (GOVI) hangen daarom nauw met elkaar samen.
Waarom een Nationale Omgevingsvisie?
We staan in Nederland voor grote uitdagingen. Zo groeien steden in een rap tempo, terwijl we steeds meer toewerken naar een duurzame en circulaire economie. We moeten Nederland klimaatbestendig inrichten en meer groene energie opwekken. Deze en nog veel meer ontwikkelingen hebben invloed op onze leefomgeving. Het is belangrijk deze opgaven slim te combineren en waar dat niet mogelijk is, zorgvuldige keuzes te maken. Met de NOVI wil het Rijk een duurzaam perspectief voor onze leefomgeving bieden. De NOVI dient als een kader en geeft richting, maar laat nadrukkelijk ruimte voor regionaal maatwerk. De ontwerp-NOVI is in augustus 2019 al gepubliceerd en ter inzage gelegd en na de zomer wordt de definitieve NOVI aan de Tweede Kamer aangeboden. Deze NOVI biedt een langetermijnvisie tot 2050 met vier prioriteiten (bron: de Nationale Omgevingsvisie).

- Ruimte voor klimaatadaptatie en energietransitie
Klimaatverandering is in een vergevorderd stadium, met steeds grotere effecten en risico’s voor onze samenleving. Warmte- en neerslagrecords worden verbroken, hevige hagelbuien en extreme droogte zijn steeds meer aan de orde van de dag. Nederland moet daarom klimaatbestendig en waterrobuust zijn. Tegelijkertijd wil het Rijk de overstap maken naar een volledig duurzame energievoorziening. Duurzame energie moeten we inpassen met oog voor de kwaliteit van de leefomgeving. Bovendien moeten we zorgen dat bewoners goed betrokken zijn en daar waar mogelijk mee kunnen profiteren in de opbrengsten.
- De economie van Nederland verduurzamen en ons groeipotentieel behouden
Nederland behoort tot de top vijf van de meest concurrerende landen ter wereld. Als we ook een toekomstbestendige economie willen hebben, moeten we toewerken naar een duurzame, circulaire en kennisintensieve economie. Dit wil het Rijk bereiken door in te zetten op een innovatief vestigingsklimaat met daarnaast een leefomgeving die haar inwoners volop voorzieningen biedt. Grondstoffen moeten we hergebruiken en we zullen onafhankelijk moeten worden van (de eindige voorraad) fossiele brandstoffen. We moeten deze verschillende aspecten benutten om op een duurzame manier ons geld te kunnen blijven verdienen.
- Onze steden en regio’s sterker en leefbaarder maken
We moeten een goede balans vinden in de beschikbaarheid van voldoende woningen en voldoende groen. Niet alleen is groen onmisbaar door de voordelen voor de mentale en fysieke gezondheid, ook verbetert het de klimaatbestendigheid van dorpen en steden. Goede en betaalbare woningen moeten worden gerealiseerd in gebieden waar zij onnodige mobiliteit kunnen voorkomen. En waarbij een goede bereikbaarheid en toegankelijkheid gewaarborgd is voor alle doelgroepen. Niet alleen heeft het Rijk aandacht voor een constante groei, maar ook daar waar sprake is van bevolkingsdaling moet de vitaliteit en leefbaarheid geborgd blijven.
- Een toekomstbestendige ontwikkeling van het landelijke gebied
Vanwege ons rijke cultureel erfgoed zet het Rijk met de NOVI extra in op de ontwikkeling van de karakteristieke eigenschappen van het Nederlandse landschap. Ook zien zij een nieuw perspectief voor de landbouwsector als koploper in de duurzame kringlooplandbouw. Een combinatie van een goed verdienpotentieel met minimale effecten op de kwaliteit van lucht, water en bodem. Daarnaast staan het landschap en de natuurlijke systemen in verschillende regio’s onder druk. Zo zorgt bijvoorbeeld een te laag grondwaterpeil in veel gebieden voor een verzakkende bodem. Deze opgaven moeten samen met de betrokken regio’s en gebruikers worden aangepakt (bron: NOVI).


Wat kun je als gemeente met de NOVI?
De NOVI biedt belangrijke aanknopingspunten voor gemeenten om aan de slag te gaan met opgaven als de energietransitie, klimaatadaptatie en de omslag naar een circulaire economie. Belangrijk hierbij is de integrale benadering voor de leefomgeving, waarbij de ene opgave de oplossing kan zijn voor de andere. De juiste oplossing is overal anders en sluit aan bij de kenmerken en identiteit van het gebied. Hierbij moet je voorzien in de mogelijkheden en behoeften van de huidige generatie, zonder dat dit ten koste gaat van die van toekomstige generaties. Een omgevingsvisie of andere (beleids-) documenten zijn daarmee geen doel op zich, maar bieden aanknopingspunten voor een dynamisch en meerjarig proces. De oplossingen en het resultaat zijn met de huidige inzichten geschetst, maar dat plaatje blijft in ontwikkeling.
In de Regionale Energiestrategie of in het Deltaprogramma wordt al samengewerkt door het Rijk, provincies, gemeenten, waterschappen en maatschappelijke organisaties. Ook voor de fysieke leefomgeving is het belangrijk om de opgaven gezamenlijk aan te pakken. Maar wie raakt de fysieke leefomgeving meer dan de inwoners, bedrijven en organisaties in het gebied zelf? Brede betrokkenheid van deze groepen zorgt voor het slagen van de gezamenlijke ambities. Het is hierbij belangrijk om de opgave aan te pakken op een schaal waar mensen direct mee te maken hebben, zich betrokken voelen en ook handelingsperspectief nodig hebben. Om een participatieproces goed te starten is het daarom aan te raden te starten met een leefstijl- en doelgroepenonderzoek. Denk ook na over welke groepen zijn geholpen met informatie en welke groepen ook echt mee moeten beslissen.
Een integrale en participatieve aanpak
Hulp nodig met projecten in de fysieke leefomgeving? Of wil je aan de slag met een leefstijl- en doelgroepenonderzoek, communicatie en participatie? Bij Facet geloven we in een integrale benadering voor een gezonde, veilige en duurzame leefomgeving. Dit doen we graag samen met alle betrokkenen in jouw gemeente!