Iedere gemeente in Nederland staat voor de uitdaging om de isolatieopgave in lijn te laten lopen met de Wet Natuurbescherming. Onder andere het leefgebied van vleermuizen wordt bedreigd door (grootschalige) isolatieprojecten. Een Soortenmanagementplan (SMP) is daarbij essentieel. Met een SMP laat je zien dat je weet welke bedreigde diersoorten er in woningen leven en hoe je daarmee omgaat wanneer je deze woningen gaat isoleren.
Maar het SMP is meer dan alleen een plan; het is het startpunt van een geheel nieuwe kijk op een natuurvriendelijke leefomgeving. Gemeenten moeten nu al integraal naar dit vraagstuk kijken om voorbereid te zijn op het leven ná het SMP. Dit vraagt om de inbedding van het SMP in de bestaande gemeentelijke processen en om betrokkenheid van inwoners. De aanloop naar het SMP kan als motor dienen voor deze aanpak.
We merken echter dat de periode ná het SMP nog te weinig besproken wordt. Terwijl die bepalend is voor de keuzes die je nu maakt. Er is namelijk echt een leven ná het SMP. Door nú een brede blik te houden, goed na te denken, verder te kijken en keuzes te maken, kun je als gemeente oplossingen vinden die schaalbaar en toekomstbestendig zijn. Het proces is daarbij net zo belangrijk als de inhoud. Een aantal voorbeelden van die brede blik:
1. Inwoners kunnen de sleutel zijn om nieuwe verblijfplaatsen te creëren
Hoe meer inzicht je hebt in de bedreigde diersoorten die nu in woningen leven, hoe meer én gerichter je alternatieve verblijfplaatsen kan inrichten. Particuliere woningen zijn hier vaak zeer geschikt voor. Maar is dit een goede optie voor jouw gemeente? Welke woningen zouden geschikt zijn? Wil je als gemeente inwoners in dit geval een rol geven of juist niet? En hoe krijg je inwoners zo ver om een vleermuiskast in de gevel te laten bouwen en daarmee bij te dragen aan natuurbehoud? Dit vraagt een goed doordacht participatietraject wat je nu mee aan de slag kan.
2. Monumentale panden bieden veel kansen, maar zijn extra ingewikkeld
Monumentale panden zijn erg kansrijke locaties om alternatieve verblijfplaatsen in te richten. Deze panden bieden veel ruimte, zijn veelal nog niet geïsoleerd, en daar zijn vaak op korte termijn ook geen plannen voor. Dit is bijvoorbeeld geschikt voor vleermuizen die hangruimte nodig hebben. Echter, bij dit soort panden mag je niet zomaar aan de slag. Heb je veel gemeentelijke- of rijksmonumenten of is dit verwaarloosbaar in jouw gemeente? Welke randvoorwaarden zijn er van toepassing? En is dit een goede optie om te laten onderzoeken?
3. Het handhaven van het natuurvriendelijk isoleren komt bij de gemeente te liggen
Wanneer je als gemeente nog geen SMP hebt is de Provincie bevoegd gezag, en dus verantwoordelijk voor handhaving. Zij controleren of isolatiewerkzaamheden natuurvriendelijk gebeuren. Bij het in werking treden van het SMP word je hier als gemeente zelf verantwoordelijk voor. Echter, in veel gemeenten is er al jaren sprake van onderbezetting op het gebied van handhaving. Heb je voldoende handhavingscapaciteit gezien de groter wordende opgave? En zo nee, wat betekent dit voor het SMP? Hoe benut je de capaciteit zo optimaal mogelijk? En hoe maak je slimme koppelingen met andere handhavingstaken?
Hulp nodig?
Bij Facet helpen we jou met vragen zoals hierboven, apart of als onderdeel van een breder maatwerkplan voor jouw gemeente. We gebruiken onze jarenlange kennis en ervaring op het gebied van procesbegeleiding en participatie. Met Facet als partner kun je rekenen op slimme oplossingen en praktische hulp voor een leefbare, natuurvriendelijke gemeente.
Heb je nog geen idee waar je moet beginnen? Dan helpen wij je graag op weg met een plan van aanpak! Zo weet je direct de te zetten stappen én heb je meer inzicht in zaken waar je in de toekomst mee aan de slag moet.
wij maken graag kennis met u!
Jim Brouns Adviseur