Facet collega Lenny schreef in samenwerking met het Kennislab voor Urbanisme, ELBA\REC en de Future City Foundation een artikel voor het boek ‘Zo bestuur je een slimme stad’. Met een casus datagedreven werken ging Lenny in gesprek met de gemeente Heerlen, die in 2016 een Urban Data Center oprichtte.

Interesse in het boek? Bekijk alvast de preview onderaan het artikel of download het direct via deze link.

Datagedreven werken is in opmars bij (lokale) overheden. Een methodiek die de beleidsvorming van gemeenten potentieel kan veranderen. Data zijn niet zelden gevoelige informatie, die enkel in de juiste handen betekenisvol ingezet kan worden. Hoe zet de gemeente Heerlen haar data waardevol in voor de gemeenschap? En wat betekent dit voor het bestuur van de stad?

Met aandacht voor kennis, data en netwerk wil de gemeente Heerlen niet alleen de gemeentelijke organisatie, maar ook de gehele stad steeds meer smart maken. Zij koos ervoor een samenwerking aan te gaan met het CBS en richtte daarmee in 2016 als tweede van Nederland een Urban Data Center op. ‘Er wordt al veel langer intern gebruikgemaakt van cijfers bij de gemeente. Het mooie aan deze samenwerking met het CBS is dat het als externe partij wordt ingezet’, aldus data-analist Dennis Martens van de gemeente Heerlen. Het CBS beschikt over een enorme database die bruikbaar is voor verschillende domeinen. Daarbij geeft het CBS als betrouwbare partij de garantie de informatieveiligheid van de burgers inwoners te borgen. Het Urban Data Center sluit daarnaast goed aan op de doelstellingen van de Brightlands Smart Services Campus in Heerlen, waar smart services en innovatie centraal staan.

Wat kunnen data toevoegen?

Wat betekent datagedreven werken en is de samenwerking met het CBS praktisch voor de gemeente Heerlen? Martens: ‘De data die wij verzamelen kunnen gemeentebreed ingezet worden. Je voegt de lokale kennis samen met bestaande gegevens van het CBS.’ De data zorgen ervoor dat verbanden gemakkelijker kunnen worden gelegd en er doelmatige maatregelen getroffen kunnen worden op variërende thema’s. Zo worden de data in gemeente Heerlen al toegepast op het fysieke en sociale domein.

In de fysieke omgeving komt dit onder andere terug bij het bepalen van een laadpaleninfrastructuur in de woonwijken of de sturing op de regionale economie bij bijvoorbeeld winkelcentra. Mooier nog is dat de data ook ingezet kunnen worden voor sociaal-maatschappelijke vraagstukken. Het project ‘Kansrijk van Start’ is hier een goed voorbeeld van. Gemeente Heerlen is dit project gestart in 2016 met een onderzoek vanuit het CBS naar de mogelijke risicofactoren die een gezonde en gelijke start voor pasgeborenen in de weg kunnen staan. Binnen het onderzoek zijn gezinskenmerken en huishoudkenmerken als uitgangspunt genomen. Deze data hebben de gemeente Heerlen en haar stakeholders uit de zorg, overheid en wetenschap geholpen in het opstellen van een gerichte aanpak voor kwetsbare wijken. De aanpak omvat concrete maatregelen zoals de inzet van vrijwillige (ervaren) moeders, ook wel ooievaarsmoeders genoemd, om nieuwe ouders van ondersteuning te voorzien. Daarbij is tussentijdse monitoring en met name de lokale samenwerking en verbinding van groot belang. Gemeente Heerlen streeft niet alleen naar een betere ondersteuning van gezinnen, maar ook naar een bijdrage aan vroegtijdige bewustwording en preventie.

Datagedreven participatie: een kans voor de Omgevingswet

In het kader van de Omgevingswet kunnen data een belangrijke rol vervullen. Met participatie als overkoepelend thema zijn er verschillende mogelijkheden voor het betrekken van inwoners. Het gebruik van data kan ervoor dat participatieve maatregelen beter passen bij de lokale bevolking, waardoor het bereik en de impact ook groter worden. Gemeente Heerlen beschikt momenteel al over een app voor probleemmeldingen in de openbare ruimte. Zo kunnen inwoners bijvoorbeeld aangeven wanneer een lantaarnpaal niet meer functioneert of wanneer overlast wordt ervaren. Dennis Martens: ‘Je zou op veel meer vlakken op zo’n manier willen communiceren met je inwoners. Even snel, even kort, een vraag neerleggen of een aankondiging maken: dit gaat in uw buurt gebeuren, ook om die participatie daarin veel meer te verwezenlijken.’

Meten is weten, ook aan de start

Volgens Manon Souren, beleidsmedewerker Economie bij de gemeente Heerlen is ‘het belangrijk dat de gemeente aan de start van een project al vraagt om data in plaats van gaandeweg’. Data kunnen een verklarende functie hebben bij een probleem, maar helpen ook vaak strategische keuzes te maken in de uitvoering van een project. Het is dus belangrijk om aan de start van ieder project al te meten waar je als gemeente staat, wat er gedaan wordt en welke resultaten dat oplevert. Iets wat nog te vaak vergeten of achterwege gelaten wordt, niet in de laatste plaats vanwege de daarmee gemoeide investering. Echter, door te investeren in het aanvullen van ervaringen met harde data, ben je veel beter in staat gericht toe te werken naar een resultaat dat aansluit op de uitvoeringspraktijk. Harde cijfers worden omgezet in feitelijk onderbouwd beleid, passend bij de gemeenschap.

Op deze manier kun je inwoners gericht een bepaalde kant op bewegen; de inzet van data kan leiden tot positieve gedragsbeïnvloeding. Wat het verhaal complex maakt, is dat de impact vaak pas over een grotere tijdseenheid te meten is. Martens is optimistisch: ‘Het is toch mooi om te zien dat, wanneer 10 jaar nadat je je beleid hebt ingevoerd, ook uit de cijfers blijkt dat het impact heeft gemaakt of misschien wel niet. Je wilt niet na die 10 jaar beleidsvoering achteraf zeggen: hadden we maar een nulmeting gedaan, nu weten we niet wat we bereikt hebben.’

Stap voor stap op weg naar datagedreven werken

Datagedreven bestuur realiseer je niet binnen een dag. Zowel binnen als buiten de gemeentelijke organisatie zal dit stap voor stap moeten gaan. Met data kun je als gemeente probleemoplossend en preventief werken, maar je wilt niet te snel conclusies trekken en je inwoners in een hokje stoppen. Het ethische vraagstuk speelt daarbij ook een rol, zeker bij het gebruik van gevoelige informatie. Zorg er daarom allereerst voor dat de gehele gemeentelijke organisatie gevoel krijgt bij het gebruik van data. Het organiseren van interne kennissessies kan bijvoorbeeld gebruikt worden om te werken aan bewustwording van collega’s. Ook de inzet van ambassadeurs vanuit verschillende domeinen, disciplines en lagen, kan een springplank bieden in het breder inzetten van data binnen de organisatie. Martens: ‘Leren van anderen is belangrijk. Er zijn inmiddels al zestien Urban Data Centers in Nederland en sommige pakken onderwerpen op waar wij nooit eerder over gedacht hebben.’ Maar bovendien, laat de data ondersteunend zijn, niet leidend. Het helpt bij de besluitvorming en het maken van strategische keuzes, maar ervaring blijft een waardevolle factor. De juiste balans in het samenspel tussen data en ervaring zal verandertrajecten versnellen en succesvol maken.