Wat gaat het worden: bronscheiding of nascheiding? Of misschien toch nascheiding van bronscheiding?
Wat was het vroeger makkelijk: al ons afval gooiden we in een zinken emmer en één keer in de week kwamen potige mannen langs om deze in de toen nog niet zo heel grote inzamelwagen te legen. ‘Tot de volgende week!’, zeiden ze dan.
Ding dong, wie kan dat nu zijn? Oh ja, het is de schillenboer voor de aardappelschillen en de groenteresten. Daar kunnen de beesten weer van eten en dat is natuurlijk beter dan op de stortplaats. Vervolgens kwam de voddenman, want textiel is goed (her) te gebruiken. En toen de vereniging voor papier, want die kon wel een paar centen extra gebruiken. En glas brachten we eigenlijk al naar de glasbak.
Ook al heette het niet zo, met ogen van nu noemen we dit bronscheiding: herbruikbare materialen apart houden.
Met het toenemen van de welvaart verdween de schillenboer, verdween de voddenboer, en kwam de vereniging alleen nog maar als de papierprijs hoog genoeg was. De zinken emmer werd een vuilniszak en de hoeveelheid afval dat op de stortplaats terecht kwam steeg steeds verder, tot de afvalbergen zo groot werden dat Nederland een serieus ruimteprobleem kreeg. Zo deed de afvalverbranding zijn intrede, keerde de gescheiden inzameling van groente-, fruit- en tuinafval terug en kreeg de papierinzameling een professioneler karakter.
Bronscheiding is dus de nieuwe, oude manier van inzamelen. Maar kunnen we de herbruikbare materialen er niet gemakkelijker en misschien goedkoper uithalen via nascheiding? Dit is niet de eerste keer dat we onszelf die vraag stellen en vast ook niet de laatste keer. En dat is terecht! Want afvalbeheer blijft in ontwikkeling. Dus wat wordt het: bronscheiding of nascheiding? Of misschien toch nascheiding van bronscheiding?
De begrippen bronscheiding en nascheiding
Bronscheiding is wanneer de eindgebruiker bij de bron van de verschillende afvalstromen scheidt. Particulieren scheiden bijvoorbeeld groente-, fruit- en tuinafval (gft), papier- en kartonafval, kunststof verpakkingen, glas, blik, textiel zodat alleen een reststroom in de vuilnisbak terechtkomt.
Nascheiding gebeurt door afvalverwerkers; door verschillende scheidingsmethoden (bijvoorbeeld zeven en magnetisme) worden de verschillende herbruikbare materialen voorafgaand aan verbranden of storten uit de afvalstroom gehaald.
Voor zowel bronscheiding als nascheiding geldt dat daar gradaties in bestaan. Een vergaande vorm van bronscheiding, waarbij huishoudens voedselresten (gf), tuinafval, pmd, papier en karton, glas, luiers, spullen gescheiden kunnen aanbieden.
De meest vergaande vorm van nascheiding, echt alle afval in één bak en bij een afvalverwerker scheiden in verschillende materiaalstromen, komt in de praktijk niet voor. Om goed te functioneren dienen, afhankelijk van de nascheidingstechniek, gft, oud papier, glas en textiel uit het na te scheiden afval gehouden te worden.
Bij de droge nascheiding dienen de huishoudens gft, papier, glas en textiel aan de bron te scheiden. Via nascheiding wordt pmd uit het restafval gehaald en wordt van het niet-brongescheiden gft-afval, biogas geproduceerd (bron: Omrin).
Bij natte nascheiding dienen de huishoudens tuinafval, papier, glas en textiel gescheiden te houden (hier dienen de voedselresten juist wel in het restafval te blijven) (bron: Orsted).


Afvalbeheer door een gemeentelijke bril
Volgens de Wet milieubeheer (Art. 10.21) heeft de gemeente de zorgplicht om “minstens eenmaal per week de huishoudelijke afvalstoffen bij elk binnen haar grondgebied gelegen perceel in te zamelen”. Begonnen als artikel ter bescherming van de volksgezondheid komt de zorgplicht nu tot uiting in de prioriteitsvolgorde in het afvalbeheer: preventie – producthergebruik – materiaalhergebruik – toepassing als brandstof – verwijdering.
Dit betekent dat de (al dan niet gescheiden) inzameling van afval vooral moet leiden tot materialen van een zodanige kwaliteit dat deze herbruikbaar zijn. Nu heeft de gemeente in haar zorgplicht niet alleen te maken met dit milieuaspect. Ook het kosten- en serviceaspect zijn van belang.
Bronscheiding of nascheiding – het milieuaspect
Voor het milieuaspect zijn de volgende afvalstromen die nu gescheiden ingezameld worden van belang:
- gft (integraal dan wel voedselresten (gf) en tuinafval (t) apart)
- tuinafval
- pmd
- papier en karton
- glas
- textiel
- luiers
- restafval
Integraal gft dan wel gf + t
Brongescheiden, integraal ingezameld gft wordt gecomposteerd dan wel vergist en vervolgens weer gecomposteerd. De compost is te gebruiken als bodemverbeteraar of turfvervanger. Enkele verwerkers zeven het houtachtige materiaal eruit als biobrandstof.
Brongescheiden gf is de basis voor het terugwinnen van vetzuren en vormt een grondstof voor de productie van eiwitten bestemd voor veevoer. Uit brongescheiden tuinafval wordt groencompost gemaakt.
Droge nascheiding gaat er van uit dat gft wordt brongescheiden; het eventueel in het restafval aanwezige gf wordt vergist en levert zo biogas op. Het overblijvende digestaat (dat samen met het andere materiaal van organische oorsprong ONF – organisch natte fractie – wordt genoemd) is niet geschikt als compost en moet worden verbrand. Houtachtig materiaal kan ook hier dienen als biobrandstof.
Bij de natte nascheiding dient het gf in het restafval te blijven ten behoeve van enzymatische omzetting tot biovloeistof, waaruit vervolgens biogas en digestaat wordt geproduceerd. Voor dit digestaat geldt hetzelfde als voor dat uit de droge nascheiding: het is alleen geschikt voor verbranding. Het tuinafval dient daarentegen juist niet in het restafval te zitten; deze stroom verstoort de enzymwerking.
Bronscheiding van gf/t levert grondstoffen voor een hoogwaardige toepassing (uit het gf), biogas en te gebruiken compost (uit gf en t). Nascheiding levert biogas en een te verbranden digestaat.
Papier en karton
Bij zowel bronscheiding als nascheiding dienen huishoudens papier en karton aan de bron te scheiden. Verontreiniging met een natte fractie als gf zou deze stroom alleen nog maar geschikt maken voor verbranding. Voor de natte nascheiding is bronscheiding van papier zelfs noodzakelijk; ook deze stroom verstoort de enzymwerking.
Pmd
Metalen zijn net zo eenvoudig uit het brongescheiden pmd als via nascheiding uit het restafval te halen. De kwaliteit van deze stroom wordt vrijwel niet beïnvloed door de toegepaste techniek. Na verbranding van restafval wordt weliswaar ook metaal teruggewonnen, echter treedt daar met name aluminium materiaalverlies op.
Ook plastic afval zou naar de aard van het materiaal tamelijk ongevoelig voor bron- of nascheiding (bron: ArgumentenFabriek) moeten zijn, ware het niet dat deze afvalstroom zelf weer bestaat uit veel verschillende plasticsoorten, die dienen te worden nagescheiden. Hoe meer het plastic in aanraking is geweest met andere afvalstromen, hoe lastiger het is deze substromen met hoge kwaliteit terug te winnen; dit geldt met name voor plastic folies.
Bij natte nascheiding verwijderen enzymen het organisch afval vrijwel volledig en leveren zo een schoner plastic.
Voor drankkartons geldt overeenkomstig de gemengde plasticstroom dat bronscheiding een zuiverder materiaal oplevert dan nascheiding.
Glas
Verpakkingsglas is traditioneel een brongescheiden stroom, maar lijkt daarnaast ook niet geschikt voor nascheiding. Dit geldt zowel voor de kwaliteit van het nagescheiden glas, waarin een te hoog kunststofgehalte verwerking door de glasindustrie in de weg staat (bron: Wageningen University & Research), als voor de andere te herwinnen materialen door verontreiniging met glassplinters.
Textiel
Ook voor textiel geldt dat deze in alle scenario’s aan de bron gescheiden moet worden. Voor overeenkomstig papier geldt dat door verontreiniging met een natte fractie deze stroom alleen nog maar verbrand kan worden.
Luiers
Voor luiers en incontinentiemateriaal die bij bronscheiding vrijkomen zijn recycletechnieken ontwikkeld/in ontwikkeling. Naast het probleem van de samenstelling van het materiaal (plastic, papier, anorganisch materiaal en urine/fecaliën) is de aanwezigheid van medicijnresten en ziektekiemen een probleem. Dit materiaal wordt bij droge nascheiding niet gescheiden. Bij natte nascheiding wordt de organische fractie vergist en omgezet in biogas. Het plastic kan ook teruggewonnen worden.
Restafval
Het restafval na bronscheiding wordt integraal verbrand, waarbij energie en metalen worden teruggewonnen; bij nascheiding ondergaat dit afval eerst diverse bewerkingen. Van de natte nascheidingstechniek is bekend dat naast de gewenste materialen kunststof, metalen, biogas, compost en CO2 er producten ontstaan die (vooralsnog) alleen geschikt zijn om te verbranden.
Samenvattend
Het verschil tussen bronscheiding en nascheiding betreft de afvalstroom pmd (bij droge nascheiding) respectievelijk de afvalstromen gf en pmd (bij natte nascheiding). Bronscheiding geven voor deze afvalstromen een hogere kwaliteit.
Bronscheiding of nascheiding – het kostenaspect
In algemene zin vergt bronscheiding (doorgaans) hogere inzamelkosten dan nascheiding. Daarentegen zijn door de hogere kwaliteit materialen (doorgaans) hogere vermarktingsopbrengsten te realiseren. Ook zijn door de geringere hoeveelheid restafval (doorgaans) de verwerkingskosten lager.
Bij bronscheiding ligt de nadruk op de gescheiden inzameling van afval, waarbij restafval zo veel mogelijk wordt vermeden. De gescheiden afvalstromen zijn van een hogere kwaliteit en vaak ook in grotere hoeveelheden, waardoor de opbrengsten hoger zijn dan bij nascheiding.
Bij nascheiding is het apart inzamelen van pmd (en gf bij natte nascheiding) niet meer nodig, omdat dit met het restafval meegaat. Daar staat tegenover dat de verwerkingskosten van het restafval hoger zijn, omdat al het restafval over een nascheidingsinstallatie moet gaan.
In algemene zin is de keuze voor bronscheiding of nascheiding op basis van het kostenaspecten afhankelijk van de lokale omstandigheden.


Bronscheiding of nascheiding – het serviceaspect
Waar bij het kostenaspect de lokale omstandigheden een zekere invloed hebben op de keuze voor bronscheiding of nascheiding is deze invloed bij het serviceaspect groter.
Het ene huishouden ervaart de aan-huis-inzameling als service omdat men niet met het afval hoeft te sjouwen. Het andere huishouden vindt het juist van service getuigen als men het afval op ieder gewenst moment kwijt kan.
Ook de individuele woonsituatie heeft invloed. De voorkeur voor nascheiding is derhalve met name te vinden bij grotere gemeenten met een hoog aandeel hoogbouwhuishoudens of anderszins kleinbehuisden, die weinig ruimte hebben voor meerdere afvalbakken.
Nascheiding van bronscheiding
Een vorm van afvalbeheer die de pluspunten van bronscheiding (hogere kwaliteit van de ingezamelde afvalstromen) en nascheiding (lagere inzamelkosten en meer service door minder inzamelmiddel) combineert is Optibag. De huishoudens bewaren de aan bron gescheiden afvalstromen in verschillende gekleurde zakken (iedere afvalstroom heeft zijn eigen kleur). Alle zakken gaan voor de inzameling in één inzamelmiddel (minicontainer, verzamelcontainer). Nascheiding vindt plaats met een optische scheidingstechniek.
Uit (beperkt) onderzoek (bron: VANG) is af te leiden dat beide hierboven geschetste pluspunten daadwerkelijk optreden, maar dat het effect afhangt van de uitgangssituatie van de inzameling en welke afvalstromen via de gekleurde zakken worden ingezameld. Bij de uitgangssituatie valt te denken aan wel of geen diftar op restafval en alternatieve aanbiedingsmogelijkheden, zoals decentraal brengen (bijv. een ondergrondse of bovengrondse pmd-container) of centraal brengen (een milieustraat). Bij de afvalstromen die via de gekleurde zakken worden ingezameld lijkt het gezegde dat “in de beperking zich de meester toont” van toepassing. Het is effectiever om slechts een of enkele afvalstromen op deze wijze in te zamelen.
Het Optibagsysteem wordt sinds een jaar of tien in de Scandinavische landen toegepast, waaronder de Noorse hoofdstad Oslo met 340.000 inwoners. Dichter bij huis is – als alles goed gaat – in 2022 een optische sorteerinstallatie operationeel in het Belgische Beringen (bron: Optibag)
Conclusie
Bronscheiding, nascheiding of nascheiding van bronscheiding: het is allemaal mogelijk en ook allemaal zinvol. Het effect is echter afhankelijk van de lokale omstandigheden.