Arjen Obbema is de afgelopen 14 jaar werkzaam geweest als beleidsadviseur duurzaamheid bij de gemeente Son en Breugel. Per 1 september zal hij een nieuwe uitdaging aangaan bij de gemeente Weert. Arjen heeft verschillende projecten gedaan op het gebied van duurzaamheid, afval, gezonde leefomgeving, participatie en bewustwording.

Goedemiddag Arjen, leuk je te spreken. Je geeft aan dat je per 1 september van de gemeente Son en Breugel naar de gemeente Weert gaat. Wat hoop je daar te bereiken?

Een nieuwe uitdaging in een andere omgeving. Na 14 jaar werd het wel tijd om mijn ervaringen mee te nemen naar een andere gemeente. Er zijn twee dingen die belangrijk zijn voor mij. Allereerst heeft de gemeente Weert een heel ander afvalbeleid. Ik ben benieuwd of de inzamelresultaten verbeterd kunnen worden door inwoners zelf mee te laten denken over de bestaande nascheidingstechnieken. Weert is een iets grotere gemeente dan Son en Breugel en heeft meer een stadsfunctie en meer sociale woningbouw. Dat is echt een uitdaging. In Son en Breugel heb ik ervoor gezorgd dat we met bronscheiding tot de top van gemeenten behoren die geen tariefdifferentiatie hebben doorgevoerd. Nu ligt er dus een uitdaging met nascheiding waar ik ontzettend veel zin in heb.

De andere uitdaging bij gemeente Weert heeft meer betrekking op een gezonde leefomgeving. Een onderwerp waar ik in de gemeente Son en Breugel ook veel mee heb gedaan is het kijken naar hoe je hinderbeleving van inwoners bij gebiedsontwikkeling mee kan laten wegen met de normale wettelijke normen die er zijn. Dat je dus rekening houdt met hoe inwoners deze hinder ervaren en kijkt hoe zo’n project op een andere manier opgepakt kan worden. Zo heb ik de GGD bij verschillende gezondheidsdiscussies betrokken als stakeholder. Dit moet uiteindelijk allemaal gaan landen in een omgevingsvisie. Daar staat de gemeente Weert nog in een vooravond van, dus dat maakt het interessant voor mij.

Hoe keek je tijdens jouw functie als beleidsadviseur bij de gemeente Son en Breugel naar het creëren van draagvlak voor duurzaamheid binnen de samenleving?

Wat wij in de gemeente Son en Breugel hebben gedaan is via een afval- en duurzaamheidscampagne te starten met bewustwording bij de mensen. Niet meteen als gemeente zeggen dat wij iets van inwoners willen of dat zij iets moeten doen, maar gewoon te vertellen wat er in de samenleving speelt en hoe de gemeente er objectief voorstaat. Vanuit de gemeente is er gekozen om een campagne te lanceren die niet van ons, maar van de maatschappij zelf is. Hierbij is de insteek van de afvalcampagne vooral sturend geweest, terwijl de verantwoordelijkheid van de gemeente tijdens de duurzaamheidscampagne meer in de regiefunctie zat.  Er is bij beide campagnes aangehaakt op lopende ontwikkelingen in de gemeenschap. Toevallig kwam er op dat moment een project langs van Up with People. Dit is een internationale jongerenorganisatie die graag iets wil doen voor de maatschappij en zij vroegen aan de gemeente of wij hier iets mee konden. Vanuit de duurzaamheidscampagne zijn de jongeren langs alle inwoners van Son en Breugel gegaan om een ledlampje te brengen. Heel simpel, maar ook een manier voor de gemeente om de campagne te introduceren. Vervolgens is er een interactieve duurzaamheidsdag georganiseerd waar inwoners betrokken werden aan de hand van duurzaamheidsprijzen. Puur zodat we konden laten zien wat inwoners al doen en hoe wij dit als gemeente versterken.

Voor de gemeente Son en Breugel is de insteek voornamelijk: laat het initiatief maar komen, dan gaan we er samen iets van maken. Soms is de gemeente de initiator, soms zijn dat de inwoners. Vanuit de duurzaamheidscampagne zijn er inmiddels al verschillende initiatieven gestart, zowel vanuit inwoners als corporaties. Langzamerhand probeer je daar als gemeente doelstellingen aan te koppelen. Gemeente Son en Breugel heeft nu als doelstelling om in 2020 een klimaatneutrale gemeentelijke organisatie te zijn en in 2030 een klimaatneutrale gemeenschap. Iedereen kan daar een eigen steentje aan bijdragen. Dit kan gaan om een moestuin, de aanvraag van kroonringen of het actief inkopen van zonnepanelen. Zolang het maar meebeweegt met de doelstellingen zullen wij het als gemeente promoten en waar nodig ondersteunen.

Wat ik geleerd heb uit het afgelopen jaar, is dat op het moment dat er vanuit de gemeente gezegd wordt dat er iets moet gebeuren, inwoners sneller achterover gaan leunen. Ik denk dat dit geen groot succes zal opleveren, mensen moeten namelijk zelf eigenaar worden van de verandering. Daarom is onze duurzaamheidscampagne ook een lopende campagne. Duurzaamheid moet niet gezien worden als project, maar als een programma dat doordraait. Er zijn continu nieuwe initiatieven en nieuwe ontwikkelingen. Het stopt niet tenzij je de doelstellingen bereikt heb.

Welk initiatief is jou bijgebleven bij de gemeente Son en Breugel?

Ik vind het afvalbeleid van gemeente Son en Breugel een mooi verhaal. Er is dit jaar een evaluatie uitgevoerd en we zien dat alle inwoners tevreden zijn met de huidige systemen. Vaak zie je vanuit afvalgebied weerstand ontstaan bij inwoners, wanneer er grote wijzigingen in het systeem plaatsvinden. Dat is bij ons niet gebeurd. Dat komt doordat gemeente Son en Breugel ontzettend actief is geweest met het creëren van bewustwording, ieder probleem heeft opgelost dat we tegenkwamen en inwoners daarin betrokken hebben. Als ik een idee van inwoners verder kan helpen en daar zelf iets in zie, dan doe ik het ook. Dat de combinatie van zowel gemeentelijke als burgerinitiatieven werkt is voor mij heel belangrijk.

Heb jij een ultieme tip voor andere gemeenten in het nastreven van hun klimaatdoelstellingen?

Zorg dat je een bepaald overzicht krijgt. Je moet naar een visie gaan toewerken, weten wat er speelt en weten wat de resultaten daarvan zijn. En vervolgens moet je ook iets met die resultaten gaan doen door nieuwe projecten te starten of bij te stellen. Het weten wat je bereikt met een project wordt vaak vergeten.

Ik werk altijd met de backcastingsmethodiek vanuit de Natural Step Methode. Deze methode helpt een visie neer te zetten, om ideeën en projecten te genereren en om prioriteiten te stellen. Maar ook heel goed te kijken naar wat de effecten van deze projecten zijn. Je kunt namelijk niet alles tegelijkertijd, maar er wordt wel heel snel door inwoners en bestuurders gevraagd om iets nieuws op te pakken. Dit terwijl het vorige project nog niet is afgerond en je dus nauwelijks kan inschatten of het nieuwe idee ook wel past bij de visie. Door programmatisch te werken met nieuwe projecten die passen bij de visie zorg je voor overzicht en behaal je resultaten.

Dat zie je nu ook bij de Warmtetransitie. We kunnen halsoverkop een plan van aanpak opstellen en zoveel mogelijk woonwijken van het aardgas af halen, maar we zijn nu juist heel hard bezig om draagvlak te creëren voor het duurzaamheidsbeleid,. zodat mensen zich realiseren dat ze een eigen verantwoordelijkheid hebben. De gemeente Son en Breugel heeft daarom gekozen om de inwoners zelf no-regret maatregelen te laten uitvoeren. Zo nemen zij zelf de eerste stap in het isoleren van hun woning, het plaatsen van zonnepanelen of het nadenken over een aardasvrije woning en hoe ingewikkeld dit kan zijn. Vanuit deze gedachte kan de gemeente inwoners stimuleren om er samen over na te denken. Het plan van aanpak van Son en Breugel zal daarom eerst inzetten op het isoleren en nog niet te veel op het verwezenlijken van aardgasvrije wijken.

Wat is jouw ideale beeld van Nederland in 2050?

Ik vind dat nu de discussie te veel over de financiën gaat. Duurzaamheid heeft te vaak een negatieve ondertoon. Dus dat maatregelen niet betaalbaar zijn of dat ze zichzelf niet terugverdienen. Dat is jammer, want bij een nieuwe keuken hoor je niemand praten over terugverdientijden. Je hoort ook te weinig over de positieve kant van duurzaamheid: niet meer telkens de lampen vervangen, omdat ze veel langer meegaan, geen tocht meer in huis en meer koelte in de zomer.  Wanneer we in 2050 zijn en iedereen een bijdrage heeft kunnen leveren op zijn/haar manier aan deze duurzame en gezonde samenleving, dan ben ik heel erg blij. Dat we achteraf denken; ‘we moesten even een drempel over, maar eigenlijk ging het daarna redelijk vanzelf’. Dat kan alleen als maatregelen passen bij de mensen en voor iedereen financierbaar zijn. De één pakt bewust de fiets en de ander koopt een misschien een elektrische auto om bij te dragen. Het gaat er vooral om dat men het uit zichzelf doet (met een beetje hulp vanuit de overheid of maatschappelijke organisaties). Eigenlijk zou er in 2050 geen discussie meer moeten zijn over het klimaat. Als niemand het er meer over heeft en de gevaren weg zijn, dan zijn we er. De vraag nu nog of dat gaat lukken.