Tommie Valkenburg, verbinder, strateeg en mede-eigenaar van Facet, zorgt ervoor dat er altijd met ten minste één oog naar de toekomst wordt gekeken. De uitdagingen van vandaag, van energievoorziening tot klimaatadaptatie, staan namelijk niet op zichzelf. Het langetermijnperspectief is essentieel en bepalend op de weg naar een werkelijk duurzame samenleving. Dan verwacht je misschien een verhaal over technische oplossingen en scoops over innovaties, maar niets is minder waar…

Zes vragen aan Tommie over dé uitdagingen die de toekomst ons gaat brengen.

Wat zie jij als de grootste uitdaging van onze tijd?

‘Communiceren. Omdat er geen gevoel meer zit in onze communicatie. De grootste uitdaging wordt dat we elkaar op gaan liggen vreten, ik noem dat altijd “rattengedrag gaan vertonen”. We weten dadelijk niet meer wat het is om gewoon menselijk contact en verbinding te maken, waardoor eigenlijk heel je community of dorpsgevoel verdwijnt.’

‘Dat merk je aan het snel rond gaan van onzin op dit moment, de Trumpiaanse stijl van communiceren, het populisme en het feit dat ieders woord waarheid is. Iedereen moet het woord kunnen hebben, maar steeds meer mensen ventileren dat op een manier waardoor onzin al snel waarheid wordt. Als je in deze tijd slecht en kwaad wil, kun je nu heel ver komen. Ik denk dat dat de splijting is van de maatschappij.’

‘Een andere grote uitdaging is het gat tussen de lagen in de samenleving dat alsmaar groter wordt. De rijken worden steeds rijker, de armen worden steeds armer. COVID draagt daar heel erg aan bij. Je ziet grote multinationals zoals internetgiganten enorm opkomen. Mensen die wij vroeger “de nerds” noemden maken supermooie dingen die wij als innovatief zien, maar juist die innovaties kunnen de ondergang zijn voor hetgeen waar ze aan willen bijdragen. Vergelijk het even met Apple: Steve Jobs, de oude hippie die een grote multinational werd, iets waar hij juist altijd tegen geknokt heeft.’

De uitdagingen die je schetst zijn maatschappijbreed. Wat is de connectie met de transitie naar een duurzame, circulaire maatschappij?

‘Iedereen roept, maar niemand doet iets. Practice what you preach! Veel bedrijven en ook overheden proberen nog steeds het oude vast te houden in plaats van het nieuwe te omarmen, terwijl het klimaat op klappen staat. Het klimaat is het grootste probleem, onze grootste uitdaging. Men denkt niet meer in ketens, in ecosystemen. Men denkt alleen als individu en dat wordt alleen maar groter. Dus krijg je gigantisme en kortetermijndenken. Als wij over biodiversiteit praten, over klimaat, dan vergeten we dat iedereen zelf ook in die keten zit, onderdeel uitmaakt van dat systeem. Als je kijkt naar de opgaves waar we mee te maken hebben: energietransitie, klimaatadaptatie, materiaaltransitie, circulaire economie, maakt niet uit. Al die dooddoeners van containerbegrippen, dat zijn allemaal uitdagingen die te maken hebben met integraal denken. Alles zit in diezelfde keten, het één kan niet zonder het ander.’

Hoe komen die uitdagingen naar voren hier in de regio?

‘Ik denk dat als je een stolp zou zetten over de Brainport, de diversiteit hier zoek blijkt te zijn. We denken te veel in stad tegenover platteland, maar de stad heeft het platteland nodig, in plaats van eerst andersom. Nu komen de grote machten bij elkaar om de metropool te stichten, anders had het geen metropool geheten, maar nog steeds gemeente Eindhoven. We hangen daar een mooi woord aan, een marketingverhaal, en dat is dan ons nieuwe zijn. Dat is prima, als de diversiteit er maar in terug komt en ook iedereen zijn plekje krijgt. Hier heb je heel veel maakindustrie en automotive, met veel van hetzelfde type mensen bij elkaar. Laatst is hier nog een rapport over uitgekomen door Otto Raspen namens de Rabobank. We groeien als een gek, er is heel veel potentie. Maar ik vraag me af wat er overeind blijft van Brainport als ASML vertrekt. Daar ben ik heel erg benieuwd naar, ik hoop geen verhaal á la Flint, Michigan. De vraag is dus, kunnen die dominante sectoren onze regio wel voldoende groei en werkgelegenheid blijven bieden in de komende decennia?’

Je mist diversiteit, je mist een integrale benadering, je mist het ecosysteemdenken. Wat kunnen we doen om dat te verhelpen?

‘Wij gaan ervan uit dat het blijft zoals het is, maar er is gewoon geen zekerheid. Dat hebben we wel gemerkt met COVID. Het belangrijkste is om klimaat echt voorop te stellen. Dat betekent ook het in de boekhouding verwerken van klimaatdoelen binnen alle bedrijven, groot en klein, in de gehele keten. De SDG doelen waar de Brainport zich aan gecommitteerd heeft zijn daar een goed middel voor. Vroeger had je alleen milieucontrole, nu is het veel diverser, met 17 verschillende punten voor duurzame ontwikkeling. Dat houdt dus in: je ecosysteem bewaken, diversiteit creëren en niet alleen winst vooropstellen. Ik zeg niet dat je geen winst moet maken. Ik denk alleen dat je focus veel meer sociaalkapitalistisch zou moeten zijn. Dit is een paradigma verschuiving. Bedrijven, de gemeenschap, academische instellingen, de hele quadruple helix moet anders gaan denken en werken om de uitdagingen van vandaag en morgen te kunnen aangaan. Dat geldt zeker voor overheden. Faciliterend in plaats van sturend, integraal in plaats van in hokjes.’

Ik ben natuurlijk voorstander van innovaties. Ik heb alleen een hekel aan het woord innovatie

Voor veel duurzaamheidgerelateerde uitdagingen, zoals de energietransitie, wordt naast bekende oplossingen steeds meer gekeken naar innovatie. Hoe kijk jij naar de noodzaak voor innovatie om die uitdagingen aan te gaan?

‘Ik ben natuurlijk voorstander van innovaties. Ik heb alleen een hekel aan het woord innovatie. Want volgens mij zijn heel veel nieuwe dingen al ooit verzonnen. Iedereen heeft het over high tech, ik denk dat er juist heel veel waarde in low tech zit. En als je aan innovatie denkt, dan denken veel mensen aan het steeds vernieuwen en experimenteren. Ik denk dat het veel simpeler is. Als je nieuwgierig bent en blijft en je hebt een probleem dan word je creatief. Dan ga ik terugkijken naar wat ooit al verzonnen is en waar je dat eventueel kunt verbeteren. Dus in plaats van innovatie gebruik ik liever creativiteit. Uitvinden, opnieuw uitvinden en vraag en aanbod bij elkaar brengen. Dat moet je wel actief bijhouden en je zult je, nog zo’n woord, “trendwatchend” moet opstellen. Ik noem het gewoon nieuwgierig.’

‘In onze regio is heel veel creativiteit aanwezig, voornamelijk op het platteland, in de Peel en de Kempen bijvoorbeeld. Van die creativiteit moet je gebruik maken, omdat je daar juist die diversiteit mee creëert. Innovatie wordt, zeker in deze regio, heel snel gekoppeld aan high tech, computerchips of iets dergelijks. Maar dat hoeft helemaal niet, zelfs bijenwas op een nieuwe manier gebruiken is een innovatie. Het hoeft dus allemaal niet zo high tech.’

‘Bovendien is er ook zoiets als sociale innovatie, iets doen met de onderliggende verhalen in je community. Zo zijn er de innovaties in de zorg, daar zit misschien een technische kant aan, maar daarmee stimuleer je wel dat medewerkers of mantelzorgers minder snel overbelast raken, en je dus een gezonde gemeenschap creëert. Maar ook een verhaal als Wij Westerhoven vind ik een heel goed voorbeeld. Ik vind het mooi dat mensen daar letterlijk op basis van behoefte zichzelf in gang zetten. Niet alleen maar zeiken over de Rabobank die zijn pinautomaat weghaalt. Pak het op en doe er iets mee! Iedereen wordt daarmee eigenaar van dat probleem, of niet, en het wordt opgelost naar gelang de behoefte. Een soort van zelfregulerend systeem dat dus vanzelf weer een ecosysteem wordt. Mensen zien het vaak niet zo, maar sociale inclusiviteit is echt een essentiële component van een circulaire economie. Als we sociale uitdagingen kunnen tackelen als onderdeel van duurzame ontwikkeling, dan pas werken we echt toe naar een gezonde, duurzame samenleving.’

Als je dan één ding mee zou kunnen geven om ervoor te zorgen dat we echt naar een duurzame, gezonde samenleving gaan?

‘Dat vind ik moeilijk, dus ik heb drie dingen. Denk niet in hokjes, maar denk eens wat groter. Durf fouten te maken, want er kan eigenlijk niks fout gaan. En leg die telefoon na COVID gewoon weer weg en stap het bruin café in, dan kom je weer echt in verbinding.’