Barbara Marcus is werkzaam bij de Metropoolregio Eindhoven (MRE) als procesmanager energietransitie. Na een studie in Cultuurwetenschappen, heeft zij de overstap gemaakt naar Beleidsgerichte Milieukunde. Sindsdien is het thema duurzaamheid altijd een drive voor Barbara geweest in haar werkkeuze. Van een start bij een adviesbureau, naar een gemeente, de Milieudienst, naar het SRE en de uiteindelijke overstap naar de MRE. Wat betekent duurzaamheid nu voor Barbara en haar werkzaamheden?

Kun je toelichten waar de Metropoolregio Eindhoven zich precies mee bezighoudt?

De 21 gemeenten in Zuidoost-Brabant werken samen aan het realiseren van opgaven binnen de thema’s Economie, Mobiliteit, Energietransitie en Transitie landelijk gebied. Het doel van de samenwerking is om het vestigings- en verblijfsklimaat voor inwoners, bedrijven en bezoekers te verbeteren. De vier thema’s zijn uitgewerkt in het regionale Samenwerkingsakkoord, waarvoor jaarlijks een werkprogramma wordt opgesteld met concrete acties per thema. De werkorganisatie van de MRE bestaat uit procesmanagers die de gemeenten op deze thema’s procesmatig ondersteunen en de samenwerking organiseren en faciliteren. Waar nodig betrekken wij medeoverheden (provincie, waterschappen) en partners uit maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven.

Waar is de ambitie vandaan gekomen om met duurzaamheid bezig te zijn?

Dit is veelal een verlengde geweest vanuit mijn eerste studie, Cultuurwetenschappen. De studie was vrij algemeen, gericht op vraagstukken rond cultuur, politiek en samenleving, maar ‘begrip krijgen voor ieders denkwijze’ was wel de rode draad. Tijdens mijn specialisatie koos ik voor de richting Natuur & Milieu. Zo keek ik bijvoorbeeld naar hoe gedragsverandering tot stand kan komen en ook hoe vanuit verschillende wereldbeelden tegen dit thema wordt aangekeken. In mijn laatste jaar liep ik een aantal maanden stage in India en deed ik onderzoek naar hoe je lokale boeren en innovatieve technologieën uit laboratoria met elkaar kunt verbinden. Ik onderzocht hoe de verschillende culturen naast elkaar leefden en hoe deze elkaar zouden kunnen versterken, door bijvoorbeeld lokale en/of traditionele kennis in te brengen. Dit was een intensief traject, maar ook erg indrukwekkend. Op basis van de ervaring in India heb ik besloten om te kiezen voor Beleidsgerichte Milieukunde als vervolgstudie. Dit heeft mij op het pad gezet naar een carrière in duurzaamheid.

Wat omvat jouw functie nu bij de MRE?

Als procesmanager energietransitie zorg ik voor de verbinding tussen gemeenten en stakeholders in de regio. Het uiteindelijke doel is ervoor te zorgen dat de energietransitie tot een versnelling gebracht wordt. De MRE streeft ernaar initiatieven in de regio (sneller) van de grond te laten komen en kennis met elkaar te delen. Het start met het goed organiseren van de verbinding tussen verschillende partijen, het wegnemen van de mogelijke knelpunten van deze stakeholders en het bieden van ingangen bij andere overheden en financiers. Daarnaast ben ik ook betrokken bij de Regionale Energiestrategie (RES) voor onze regio. Wij hebben een structuur opgezet met een Stuurgroep, Programmateam en werkgroepen met ambtenaren vanuit de gemeenten, provincie, waterschappen en Enexis, die samenwerken om een RES te verwezenlijken. Met de RES geven we invulling aan de regionale ambitie en leveren we een bijdrage aan de landelijke ambities in het nieuwe Klimaatakkoord.

Hoe verloopt de samenwerking tussen de 21 gemeenten?

In het RES-proces werken we naast de 21 gemeenten ook samen met de provincie, de twee waterschappen en daarnaast nog alle stakeholders. Dit is een complexe organisatie en het is daarom belangrijk continu je voelsprieten uit te zetten naar hoe iedere partij in het proces staat. Momenteel maken we een rondje langs alle wethouders energietransitie. Hier zien we veel eigenaarschap terugkomen. Wel wordt er op verschillende manieren tegen de energietransitie aangekeken.   De ene wethouder vindt bijvoorbeeld dat er gesproken moet worden over compensatie (al dan niet financieel), omdat zij windmolens op hun grondgebied plaatsen. Een andere wethouder ervaart juist een nadeel, omdat deze gemeente geen mogelijkheden heeft om windmolens te plaatsen en daardoor opbrengsten voor haar inwoners misloopt.

De MRE focust op 4 thema’s; Economie, Mobiliteit, Energietransitie en Transitie landelijk gebied. Welk thema vormt volgens jou de grootste uitdaging en waarom?

Het is juist de grootste uitdaging om in deze dichtbevolkte regio een balans te vinden tussen alle functies en belangen die er zijn. De energietransitie is vanuit onze invalshoek een erg belangrijk thema, maar deze moet straks gaan landen in de fysieke ruimte, waar dit min of meer kan concurreren met andere belangen. Hier gaan we de komende fase met de planMER ook mee aan de slag. Er zal lokaal gekeken moeten worden naar de mogelijkheden voor grootschalige opwek en er moet afgewogen worden wat het meest logisch is voor een gebied. In het RES-proces proberen we verschillende ontwikkelingen te combineren. De intentie is natuurlijk om zoveel mogelijk win-win situaties te creëren, maar dit zal helaas niet altijd lukken. Uiteindelijk ligt het dan bij het bestuur, de raden gaan zelf over hun eigen grondgebied.

 

Hoe zorgen we ervoor dat er ook echt een versnelling komt in de energietransitie in de regio?

Het proces van de RES moet ondersteunend zijn/versnellen, dus niet vertragend werken voor processen in de gemeenten. Vanuit de MRE moeten we zorgen dat de 21 gemeenten elkaars handen blijven vasthouden. Ook is het van belang dat we andere stakeholders goed betrekken, zoals de BMF, ZLTO, woningcorporaties, energiecoöperaties, bedrijvenverenigingen en kennisinstellingen. Daarbij werken we samen met Brainport Development om de innovaties die in de regio worden ontwikkeld, op product- en onderzoekniveau, te koppelen aan de ontwikkelingen bij de gemeenten. In september organiseren wij onder andere een overleg voor portefeuillehouders dat in het teken staat van innovatie. Tijdens de vergadering worden concrete voorbeelden aan de thema’s gekoppeld en kijken we naar wat interessant genoeg is om verder uit te werken en waar de gemeenten zelf ook kansen in zien.

Verder zitten wij aan tafel met Jong RES, een organisatie die jongeren vertegenwoordigt. Het is ontzettend belangrijk om ook de stem van jongeren in te brengen, zij kunnen namelijk een heel verfrissend geluid laten horen. De Jong RES vertegenwoordiger sluit aan als aanspreekpunt bij de participatie- en communicatiewerkgroep. Samen met deze jongeren kijken we naar hoe, naast de reguliere participatiemiddelen, ook jongeren beter benaderd en betrokken kunnen worden. Dit kan praktisch gezien gaan om het communicatiekanaal, bijvoorbeeld social media, of het communicatiemiddel, zoals de Swipocratie of een Webinar, om het laagdrempeliger en interessanter te maken. Ik hoop dat we met Jong RES een beweging kunnen creëren. Dat de jongeren uiteindelijk niet alleen bereikt, maar ook echt geactiveerd worden om aan de slag te gaan in hun eigen gemeente. Via deze wegen streeft MRE ernaar versnelling in de energietransitie binnen de regio te verwezenlijken.

Wat zou jij echt graag willen bereiken binnen/buiten de MRE?

Mijn persoonlijk ideaal zou zijn als we het – ook al duurt het lang – daadwerkelijk voor elkaar krijgen om in de regio een substantieel aandeel te leveren aan de klimaatopgave. Door het realiseren van zon- en windparken die goed zijn ingepast in het landschap en zoveel mogelijk in lokaal eigendom, zodat de opbrengsten ook landen in de directe omgeving en de mensen die hier wonen hier ook trots op zijn. En ik hoop dat we veel mensen hebben kunnen inspireren om hun huizen of bedrijven te verduurzamen. Dit natuurlijk met de inzet van de innovatiekracht van deze regio. Uiteindelijk moeten we aan de jongeren, die ons aanspreken op klimaatverandering, kunnen laten zien dat er ook echt iets verandert.