In 2016 is door het Rijk vastgesteld dat Nederland in 2050 volledig circulair moet zijn. In een circulaire economie bestaat geen afval: producten, materialen en grondstoffen worden hergebruikt of vinden een nieuwe bestemming. Door dit hergebruik worden geen kostbare grondstoffen verspild. Op alle fronten van de Nederlandse economie moet hard gewerkt worden om deze ambitieuze doelstelling te halen, zo ook in de bouw. Maar waar moeten we nu precies op letten als we circulair willen bouwen?
Bouwsector verduurzamen: mogelijkheden voor circulaire bouw
De bouwsector is verantwoordelijk voor ongeveer 50% van de nationale materiaalvraag en een stikstofuitstoot van 11% (materiaal/bouw emissies). Hoewel er doelstellingen zijn om de uitstoot van de bouwsector terug te dringen, neemt de vraag naar woningen en het bouwen daarvan nog altijd toe. Een grote uitdaging! Om de bouwsector te verduurzamen, is het belangrijk om circulair te bouwen. Concreet betekent dit het ontwikkelen, gebruiken en hergebruiken van gebouwen, gebieden en infrastructuur. Dit moet gebeuren zonder natuurlijke hulpbronnen uit te putten of de leefomgeving aan te tasten. Denk aan het hergebruiken en recyclen van materialen en grondstoffen. Tijdens alle fasen van een bouwproject dient rekening te worden gehouden met de principes van een circulaire economie, van ontwerp tot productie en van montage tot beheer en onderhoud. Een paar mogelijkheden voor circulair bouwen:

- Het totale materiaalgebruik minimaliseren: letterlijk betekent dit zo min mogelijk materialen gebruiken. Deze maatregel komt vooral terug in de ontwerpfase van een bouwproject. Men kijkt hierbij kritisch naar wat wel en niet wordt toegevoegd aan het gebouw en streeft naar zo min mogelijk verschillende materiaalsoorten. Houtbouw is een goed voorbeeld van hoe we deze maatregel kunnen invullen. Een andere manier om materiaalgebruik te verminderen, is te streven naar een zo lang mogelijke levensduur van de gebruikte materialen. De kwaliteit van het ontwerp en het materiaalsoort zijn daarvoor belangrijk. Materialen met een lange levensduur vereisen minder onderhoud en worden minder vaak vervangen.
De Sociaal-Economische Raad (SER) pleit voor een Europese belasting op grondstoffen, dit zou een goede stimulans zijn voor Nederlandse bouwbedrijven om in hun keten te kijken naar waar zij grondstoffengebruik (en daarmee materiaalgebruik) kunnen verminderen.
- Waardevermindering voorkomen: aan het einde van de levensduur van een woning worden de elementen van een gebouw over het algemeen gesloopt. Een deel van de materialen vindt soms een weg terug naar gebruik via recycling. Vaak gaat het dan om laagwaardig hergebruik (bijvoorbeeld onder de grond bij wegenbouw). Demonteren en hoogwaardig hergebruik van materialen uit gebouwen voorkomt waardevermindering. Niet slopen maar oogsten dus.
- Onderdelen en materialen hergebruiken: door gebouwen te ontmantelen in plaats van te slopen, blijven ook de faciliteiten van een gebouw beschikbaar voor hergebruik. Denk hierbij aan kozijnen, deuren, vloeren, toiletpotten of zelfs complete keukens. We houden deze reeds bestaande middelen in omloop en voorkomen zo het gebruik van grondstoffen om nieuwe materialen mee te maken. Modulariteit is daarbij ook van groot belang. Dit maakt mogelijk dat de elementen van een gebouw als losse onderdelen uit elkaar kunnen worden gehaald (als legoblokjes). Zowel in de bouw- als de ontwerpfase dient men dus na te denken over losmaakbaarheid én op wat voor manieren deze onderdelen een tweede leven zouden kunnen krijgen. De R-ladder is een handig hulpmiddel om te kijken welke verschillende strategieën er nog meer mogelijk zijn voor een circulaire aanpak.
- Waardecreatie maximaliseren: door het circulaire gedachtegoed los te laten op bouwprojecten kunnen we integraal rekening houden met duurzaamheid. Bijvoorbeeld door gebruik te maken van lokale materialen en gebouwen klimaat adaptief te maken. Zo draagt de gebouwde omgeving ook bij aan schone lucht, milieu, veiligheid en de gezondheid van mens en dier.
Circulair bouwen aanpakken als gemeente
Gemeenten zijn belangrijk in het stellen van kaders en lokale regelgeving voor o.a. woningbouw. Via een tenderprocedure kunnen zij partijen voorwaarden stellen voor duurzaam en circulair bouwen bijvoorbeeld door een lage Milieuprestatie-eis voor gebouwen (MPG) te stimuleren. MPG is het wettelijke beleidsinstrument voor circulaire woningbouw. De MPG geeft aan wat de milieubelasting is van de materialen die in een gebouw worden toegepast. Hiermee kan de gemeente sturen op circulaire uitvoeringen en het eigen inkoopbeleid aanpassen.
Er ligt op dit moment veel focus op de energietransitie maar deze is nauw verbonden met circulair bouwen. Bij de uitvoering van bouwprojecten dient ook gekeken te worden naar de mogelijkheden van duurzaam en circulair omgaan met materialen. Logischerwijs betekent dit dat ook gemeenten de materialentransitie concreet een plek gaan geven.
Meer informatie
Bij Facet houden we de ontwikkelingen rondom circulair bouwen goed in de gaten, zodat we gemeenten en bedrijven altijd van actuele informatie kunnen voorzien. We bieden inhoudelijke kennis en begeleiding op veel verschillende thema’s rondom duurzaamheid. Zo richten we bijvoorbeeld omgevingstafels in om met diverse stakeholders naar circulaire en duurzame uitdagingen te kijken en tot oplossingen te komen. Samen bouwen we de toekomst!
Ben je benieuwd wat we voor jouw organisatie kunnen betekenen? Neem dan contact met ons op voor een vrijblijvende afspraak.