De toekomst vorm je samen! Daarom gaat Facet in gesprek met “ Vormgevers van de toekomst”. Stuk voor stuk zijn dit mensen die vanuit hun expertise een bijdrage leveren aan Wereld, Welzijn of Waarde. Deze keer gaan we in gesprek met Lars van Erp van Waterschap de Dommel en stellen hem 10 vragen.
Waar zet jij je dagelijks voor in?
Het inrichten van een gezonde, toekomstbestendige leefomgeving, met het watersysteem als een cruciale basis. Mijn rol is vooral het juridisch borgen van doelen en ambities met betrekking tot water. Hoe goed willen wij met water omgaan en hoe belangrijk vinden wij water als grondstof?
Het onderwerp water agendeer ik zoveel mogelijk. En ik bied bestuurders de juiste informatie over watervraagstukken zodat ze goede beslissingen kunnen maken. Als je kijkt naar klimaatverandering, dan wil je nu iets doen waarvan je weet dat het over 30 jaar nog steeds werkt. Soms denken we bestuurlijk te veel aan kortetermijnoplossingen. En zetten we daardoor wel eens een stapje terug in plaats van vooruit. We moeten echt naar het langere termijn denken gaan. En het is de vraag of je daar in één bestuursperiode de juiste kaders voor kunt geven of dat je die stip op de horizon echt verder weg kunt zetten.
Als basis geldt dat water zich niet houdt aan grenzen, dus waarom zouden wij dat als gemeenten en waterschappen wél willen? Vandaar dat ik met een werkregio bezig ben om de samenwerking te verbeteren. Om te kijken hoe we gezamenlijk kunnen toewerken naar een basisniveau qua omgang met water waar we allemaal aan voldoen. Dan kan een afzonderlijk bestuur alsnog beslissen om het beter te doen, maar dan hebben we in ieder geval kaders voor een groter gebied, een regio.
Wat is er vooral voor nodig om de complexe uitdagingen van deze tijd aan te kunnen?
Dat iedereen de verbinding zoekt. Dat je de verantwoordelijkheid voelt om niet alleen naar je eigen zaken te kijken maar ook rekening houdt met andermans belangen. Ook al sta je ergens voor, met elkaar moet je de belangen goed afwegen. Dat betekent dat je je eigen belang soms ondergeschikt moet maken voor het grotere geheel. Anders kom je er gewoon niet uit. Daarbij heb ik niet het gevoel dat de ene gemeente een ander tot last kan zijn in de omgang met water. Sterker nog, als je de vraagstukken gezamenlijk oppakt, kun je juist tot een oplossing komen die voor beiden beter is. Het zijn misschien open deuren, maar voor het watersysteem geldt dat echt zo. Soms moet een gemeente die wat meer benedenstrooms ligt zich wat meer opofferen voor het water dan een gemeente die bovenstrooms ligt. Maar dat is dan wel iets wat je regionaal met elkaar bespreekt. Of juist andersom: als je het beneden droger wilt houden, moeten ze boven meer maatregelen nemen. En ik denk dat dat wel een algemeen beeld is dat nu nog speelt, ook onder inwoners. Wanneer gaan de mensen die droog wonen zich zorgen maken om de mensen die wel last hebben van water? En wat willen ze daaraan bijdragen? Met elkaar het gezamenlijke doel belangrijker maken dan het individuele, dat is waar het om draait.
Wat zie jij als de grootste uitdaging in jouw werkveld op de lange termijn?
Er is momenteel onvoldoende capaciteit bij de waterschappen en gemeentes ten aanzien van het complexer worden van de watervraagstukken maar ook ten aanzien van de groei aan deze vraagstukken. Ik merk ook dat het steeds lastiger wordt om de juiste kennis binnen de verschillende organisaties te behouden en te werven. De aandacht zit momenteel heel erg op de energietransitie, wat ook logisch is, maar diezelfde aandacht zouden water en klimaatadaptatie al jarenlang moeten krijgen. De urgentie van klimaatadaptatie wordt minder gevoeld omdat de nadelige effecten pas meer op de langere termijn zichtbaar worden. Het tempo waarin we zaken rondom water organiseren ligt veel te laag, dit komt doordat we onvoldoende capaciteit hebben om stappen te maken.
Idealiter betrekken gemeenten ons bij nieuwe initiatieven zo vroeg mogelijk. Er valt veel te realiseren, maar het is belangrijk om tijdig te signaleren waar de risico’s zitten. De juiste locatiekeuze voor ontwikkelingen kan bijdragen aan kostenreductie in de uitvoering. Op het moment dat wij tijdig worden betrokken, kunnen wij zeggen: je kunt beter daar bouwen, want anders moeten er extra technische maatregelen genomen worden om water op een bepaalde manier te verwerken in je plan. Terwijl als je een andere locatie kiest, het van nature al goed is georganiseerd en je minder kosten hebt. Ook zie ik het belang van het investeren in de ontwikkeling van een toekomstbestendige leefomgeving. Niet alleen nu die fabriekshal bouwen die je nodig hebt. Nee, een omgeving ontwikkelen waar je een fabriekshal hebt, maar waar mensen ook goed kunnen leven en misschien kunnen wonen. Belangrijk is om goed uitzoeken wat de behoefte is voor de toekomst.
Wat betekent dit voor de omgevingsvisies?
De gemeentelijke omgevingsvisies zijn inmiddels alweer een paar jaar oud, en zijn helemaal niet benaderd vanuit het water- en bodemsturend perspectief. Tot eind 2022 besteedden we daar eigenlijk nauwelijks aandacht aan. Maar als we de check nu zouden uitvoeren op basis van water- en bodemsturend, zouden die omgevingsvisies er heel anders uit kunnen zien. Er is echt een noodzaak om daarover goed het gesprek aan te gaan met Waterschappen. We komen erachter dat sommige locaties in vastgestelde omgevingsvisies eigenlijk helemaal niet geschikt zijn. De balans is verschoven, de problematiek van dalende grondwaterstanden is heel groot. Als de trend zich doorzet en de grondwaterstand verder gaat zakken, heeft dat heel veel gevolgen voor onze maatschappij. Er ontstaan watertekorten. Landbouw zal dan niet meer mogelijk zijn op de manier van nu. Ook de drinkwaterproductie komt hierdoor onder druk te staan. De leefomgeving vraagt ook een bepaalde hoeveelheid water om überhaupt te kunnen functioneren. Zonder water wordt het lastig leven. Echter heb je het dan wel over een doorkijk naar 2100/2200. Maar zo ver kijken we nu nog niet, we kijken eerst naar 2050. Maar ik maak me wel zorgen over die langere termijn. Kunnen wij dan nog wel het water leveren wat wij als maatschappij nodig hebben?
Ik denk wel eens, misschien moeten we alles op lokaal niveau gaan organiseren. Misschien gewoon in een huishouden, waar water direct gefilterd wordt. Zonnepanelen op het dak, een eigen stroomvoorziening en een accu voor opslag. Heel zelfvoorzienend. Voor het buitengebied zou je dat op woningniveau kunnen doen, in de stad misschien op wijk- of straatniveau. Zodat je al die netwerken niet nodig hebt. En als je weet wat je gaat gebruiken, kun je daar van tevoren in je ontwerp rekening mee houden. Waardoor je de netcongestie voor water en energie voor een deel voor bent.
Waar raak jij door geïnspireerd?
Voornamelijk door wat er in andere landen gebeurt. Interessant om te kijken hoe ze daar dingen anders aanpakken. Daardoor kun je tot hele nieuwe inzichten komen. Ik staar me niet blind op de conventionele technieken die wij altijd gebruiken. We moeten het wiel soms juist wel opnieuw uit willen vinden. Ik houd van innovaties. Het zuiveren van water en het toepassen van nieuwe zuiveringstechnieken in de watersector vind ik inspirerend. In Singapore wordt bijvoorbeeld afvalwater gedronken. Het feit dat het kan, maakt dat wij dat ook zouden moeten kunnen. Waarom zouden wij het dan niet doen? Momenteel is het vooral de regelgeving die ons beperkt in deze technieken, maar ik zie veel kansen voor in de toekomst. Daarnaast willen we het liefst schoon water infiltreren in de bodem, ook omdat verontreinigd water de bodem verder kan vervuilen. Op het moment dat we water beter kunnen zuiveren, kunnen we die vervuiling tegengaan en de bodem ook schoonhouden. De ontwikkelingen op het gebied van waterkwaliteit in onze leefomgeving houden mij de laatste tijd meer bezig. Daarom ben ik blij dat we meer water- én bodemsturend gaan handelen. En kijk hier dan niet alleen naar kwantiteit, maar ook naar kwaliteit.
Waar verbaas jij je wel eens over?
Dat wij nog heel weinig data gebruiken bij het nemen van onze beslissingen. Er worden veel kaders gesteld op basis van empirische argumenten of gevoel-denken. Als techneut zou ik graag de data willen laten spreken. Ik denk dat we meer AI kunnen inzetten. Ik ben nauw betrokken bij projecten waarbij we meer data-gestuurd waterbeheer uit willen voeren. Daar maak ik me hard voor. Voor het maken van keuzes kun je wellicht AI gebruiken, maar het is belangrijk om eerst de basis op orde hebben. Zorg als organisatie eerst dat je alle assets digitaal op de juiste manier hebt opgeslagen in systemen, zodat je vervolgens van die data weer informatie kunt maken. En die informatie kunt gebruiken voor analyses. Dit vergt het anders inrichten van het systeem en dat vergt een cultuuromslag. Hoe je een toekomstbestendig systeem inricht en daar AI bij kunt inzetten, dat gaat voor veel mensen nog te ver. Organisaties kunnen hierin veel stappen zetten door de vakspecialisten op gebied van water te koppelen aan de dataspecialisten. Openstaan voor verandering en samenwerken met de nieuwe generatie.
Wat is voor jou van waarde in onze samenleving: wat is belangrijk om te behouden?
Leefbaarheid vind ik heel belangrijk. En dat er rek in het systeem blijft en dat we niet altijd de grenzen blijven opzoeken. Die rek in het systeem voelt voor mij als vrijheid en binnen vrijheid hoef je je geen zorgen te maken. Als je dagelijks wordt geconfronteerd met energietekorten en overbelaste systemen, dan zit je met zorgen. Die rek is er op een gegeven moment uit en tast de leefbaarheid aan, waardoor vrijheid onder druk komt te staan. Geld is zo’n drijfveer voor onze hele economie en dat vind ik lastig. Door geld loop je juist tegen al die grenzen aan. De groei moet niet meer alleen in geld uitgedrukt worden. Meer zoals bij brede welvaart. De waarde zit ‘m dus niet in geld. De waarde zit ‘m juist in die vrijheid die je kunt ervaren doordat je de leefbaarheid op alle vlakken op orde hebt. Dat vergt een andere soort denken over groei, ook op politiek niveau.
Waar zou Nederland in kunnen uitblinken?
We zouden één van de landen kunnen zijn die het meest dichtbevolkt is maar toch een hoge leefbaarheid heeft. Daar zou je met de brede welvaart en een toekomstvisie naar toe kunnen werken. Maar daar zitten wel heel veel risico’s in op het moment dat we te veel in die vierkante meters willen gaan proppen. En bij al die afwegingen moet water een plek krijgen ten gunste van leefbaarheid: de kwaliteit, beschikbaarheid en veiligheid van water.
Wat vind jij een goed voorbeeld van ‘De toekomst vorm je samen’?
We werken al een aantal jaar aan regionale samenwerkingen waarin we in werkgroepen op gebied van water en klimaat samen kijken naar hoe je de verschillende opgaven samen kunt aanpakken. Daar zou steeds meer kunnen landen als je het hebt over samen doen. En ik denk zelfs dat als die werkregio’s op het gebied van water en klimaat voldoende capaciteit hebben om te functioneren en een eigen agenda te krijgen, je meer van de grond krijgt dan als je het individueel per gemeente zou doen. Er zijn nog heel veel gemeentes die hun eigen autonomie willen houden. Weegt dat op tegen dit soort watervraagstukken? Of durven gemeenten en waterschappen hun eigen autonomie aan de kant te zetten vóór zo’n regionale samenwerking? Hun eigen belang ondergeschikt maken aan het algemene belang, of in ieder geval een regionaal belang. En hoe kun je de eigen belangen samen mixen binnen die werkregio’s in een regionaal belang, waar je voldoende commitment op krijgt. Waar je af en toe iets inlevert om een ander iets goeds te gunnen. En daar dan niet rouwig om zijn.
Stel we gaan vandaag samen aan de slag, hoe maken we samen impact?
Leer elkaar eerst goed kennen, zorg voor een teamgevoel. Zorg ervoor dat je weet waar je op kunt bouwen. Mensen zijn gewend om in hun eigen teams te werken, maar samenwerken is ook écht samenwerken. Niet alleen dingen samen doen. Ook in teamverband, dingen van elkaar mogen verwachten. Open en transparant communiceren en zijn over je belangen. Handelen vanuit vertrouwen. Die samenwerking vind ik echt heel belangrijk en die zie ik ook bij Facet terugkomen. En niet alleen met overheden onderling. Bij het samenwerken richting de leefbare omgeving hebben we ook inwoners nodig. Je moet weten wat die inwoner wil voordat je een leefbare omgeving kunt inrichten. En je moet ook eerlijk zijn als je dat niet kunt bieden. Daarin zijn openheid en vertrouwen heel belangrijk. Als eerste stap ga je aan de slag met de samenwerkingspartners. Maar neem vervolgens die inwoner mee: daar doe je het uiteindelijk wel voor, dat wordt soms vergeten. Wie is die maatschappij? Dat is die inwoner. En burgerparticipatie betekent overigens niet automatisch dat die inwoners krijgen wat ze willen, maar wel worden betrokken bij het maken van keuzes. Het vertrouwen vanuit de inwoner richting de overheid vergroten, dat draagt heel erg bij aan die leefbaarheid.