Vandaag spreken we Lian Nabuurs, beleidsadviseur energietransitie bij de gemeente Maashorst. Binnen de gemeente is zij onder andere betrokken bij grootschalige opwek. Wat komt daar bij kijken? En welke sociaal maatschappelijke uitdagingen kent deze energietransitie?
Waar zet jij je dagelijks voor in?
Sinds twee jaar werk ik binnen de gemeente Maashorst. Hiervoor werkte ik altijd in het bedrijfsleven binnen de chemische industrie. Ik zag de vacature voorbijkomen en zag direct de link met de werkzaamheden die ik in het verleden had gedaan. Destijds werkten we in een laboratorium al op een innovatieve manier aan groene waterstof, flexibele zonnepanelen en de verduurzaming van chemische processen. Dus duurzaamheid is eigenlijk altijd al wel een thema geweest wat me bezig heeft gehouden. Daarnaast zit ik in de gemeenteraad in Land van Cuijk dus een directe link met overheidswerk had ik al. Ook daar ben ik betrokken bij onderwerpen op het gebied van de energietransitie. Wat de gemeenten verder overeenkomstig hebben is dat het beide fusie gemeenten zijn.
Wat zijn volgens jou binnen de Gemeente Maashorst de belangrijkste sociaal-maatschappelijke uitdagingen bij grootschalige opwek?
Binnen de gemeente Maashorst lag er al beleid. Aanvullend op het beleid is er een addendum gemaakt om tot uitvoer te komen. Dit addendum is door Facet opgesteld. Voor mij was het van belang dat we van de visie en het beleid ook daadwerkelijk naar uitvoering zouden komen. Je zag in die tijd ook de landelijke focus ontstaan om 50% lokaal eigendom te hebben bij grootschalige opwek ondanks dat het nog niet echt werd ingezet. Op zich wel logisch want omwonenden zien een zonnepark liggen en willen daar dan ook graag in participeren. Het streven naar 50% lokaal eigendom vind ik om die reden wel een mooi doel. Andere uitdagingen zijn het betrekken van de omgeving en het realiseren van een omgevingsfonds. Verder is het belangrijk dat de directe omgeving van grootschalige opwek kan meebeslissen, zij ondervinden namelijk eventuele overlast. Dat zijn zaken die we binnen ons beleid en addendum goed hebben verankerd, maar wat ook wel lastig is. Lastig omdat de markt verandert. Bij de eerste zonneparken is participatie en lokaal eigendom wellicht nog makkelijk te realiseren maar tegelijkertijd is de landelijke opgave zo enorm groot dat er ontzettend veel rondom lokaal eigendom wordt gevraagd. De vraag is of mensen blijven investeren. Dit wordt mogelijk steeds lastiger te behalen. Landelijk zien we dat er meer financiële participatie is in windenergie omdat daar doorgaans de rendementen beter zijn. Meestal is 80% van de windparken vreemd vermogen en 20% wordt door de energiecoöperatie betaald. Van het deel van de energiecoöperatie is 50% lokaal eigendom. Bij een groot windpark zijn dit toch serieuze investeringen. Hier moeten we echt aandacht voor hebben.
Hoe is de gemeente Maashorst voornemens inwoners te betrekken bij de uitrol van deze parken?
We hebben een tender (uitvraag) gedaan waarbij 8 initiatiefnemers plannen hebben ingediend. In deze plannen moesten de initiatiefnemers ook aangeven hoe ze de inwoners gaan betrekken. In principe is het zo dat de omgevingsdialoog ook door de initiatiefnemers en de inwoners plaatsvindt. Tegelijkertijd hebben wij gemerkt dat de inwoners het wel prettig vinden dat wij als gemeente hierbij aansluiten. Mochten er vragen zijn die wij direct kunnen beantwoorden dan is het fijn dat dat meteen kan. Je kunt dan ook nogmaals toelichten wat de opgave is vanuit het klimaatakkoord, de Regionale Energie Strategie en de doelen vanuit de gemeente.
Daarnaast hebben we de initiatieven door een deskundigen panel laten beoordelen. De wijze waarop de omgeving wordt meegenomen was hier nadrukkelijk onderdeel van. Het had grote voordelen om dit door een extern panel met specialisten te laten doen, want dan worden er keuzes gemaakt op basis van feiten, en niet op gevoel, maar objectief en niet het sentiment.
In de gemeente Maashorst is weinig weerstand, hoe komt dit volgens jou?
Ik denk dat we goed uitleggen waarom het nodig is om energie op te wekken, ook al is niet iedereen het ermee eens. De omgevingsdialoog is met de directe omgeving. Omdat het zonnepark in het buitengebied ligt, zijn de gevolgen voor de fysieke omgeving ook beperkt. De impact van zonneparken is over het algemeen veel beperkter dan bijvoorbeeld grootschalige opwek met windturbines. Die zijn van een grotere afstand en een groter gebied zichtbaar. Dit is binnen onze gemeente niet mogelijk vanwege vliegbasis Volkel. Eigenlijk zou je dat uiteraard wel willen: een juiste balans tussen zon- en windenergie. Simpelweg omdat je dan een betere spreiding op het elektriciteitsnet krijgt. Iets wat door netcongestie sowieso in iedere gemeente nu wel een aandachtspunt is. Toch hebben we gemerkt dat als plannen concreter worden en het letterlijk dichterbij komt, het heel erg belangrijk is om goed uit te leggen wat de plannen zijn. Ook is het van belang dat er heel erg goed gekeken wordt naar landschappelijke inpassing: het integreren van het zonnepark in het bestaande landschap. Ik moest wel lachen toen één van de omwonenden na de presentatie van de plannen zei: “doe de landschappelijke inpassing maar wél, maar laat de zonnepanelen maar weg!”. Nagenoeg iedereen was enthousiast over de plannen omdat het zonnepark goed past in de omgeving, en dat is gewoon belangrijk. We hebben binnen onze gemeente al andere locaties met grootschalige opwek. Daar is er echter nog geen lokaal eigendom, dat bestond eigenlijk nog niet. Het is pas dankzij het door Facet opgestelde addendum dat we hier nu handvatten hebben en lokaal eigendom konden integreren.
Hoe wordt ecologie hierin geborgd?
Ecologie was onderdeel van de uitvraag. En in het deskundigenpanel zat een ecoloog die zeer nadrukkelijk gekeken heeft naar de biodiversiteit. Daarnaast doen de partijen die bij branchevereniging Holland Solar zijn aangesloten standaard vooraf een nulmeting rondom de biodiversiteit. Ook ligt er een verplichting dat de zonneparken geen negatieve gevolgen mogen hebben voor de biodiversiteit. Dat wordt in de tijd ook gemonitord. Dat ligt overigens ook heel sterk aan de positionering van de panelen.
Wat zou je andere gemeenten nog mee willen geven?
Blijf vooral het verhaal vertellen aan je inwoners. We krijgen soms wel eens de vraag: “waarom liggen de daken van de lokale bedrijven nog niet vol panelen?”. Uiteraard stimuleren we dat ook en nemen we daar ook initiatieven in, maar het is nou eenmaal zo dat bedrijven nu nog niet kunnen worden verplicht om dat te doen. Benoemen dat je beweging wil krijgen is heel belangrijk. Intern moeten we ook onze verschillende afdelingen blijven stimuleren om hier aandacht voor te hebben, bijvoorbeeld bij nieuwbouwprojecten. Kijken naar wat er mogelijk is, is heel erg belangrijk. Als we dat niet doen, lopen we eigenlijk al achter. Die bewustwording is ontzettend belangrijk bij de gehele energietransitie. Ook voor onze trafohuisjes is er bijvoorbeeld een opgave. Logisch ook: als je 4x meer zonne-energie gaat opwekken, dan heb je ook evenzoveel meer trafohuisjes nodig. Netcongestie is overigens sowieso een groot probleem. Aansluiten van grootschalige opwek is pas vanaf 2029-2031 mogelijk.